Excerpt from Paul Huvenne's speech at 'In-Between'                                                                                                                  12/12/2024
Duo exhibition at mia-Art (Klapdorp 60, Antwerp) with Bas Verrept & Amélie Callens

'Om te beginnen proficiat met de tentoonstelling. Echt een kruidige confrontatie van twee totaal verschillende kunstenaars maar leuk om te zien en te beleven.
Ik wou eerst het statement maken dat kunst in eerste instantie een vak is, een styl. U kunt dat goed doen, u kunt dat slecht doen, u kunt dat eerlijk doen, u kunt dat fake doen. En dat is misschien toch wel een beetje een gekke intro want we zijn hier allemaal als bewonderaars van Amélie en Bas naar hier gekomen, de één schildert, de ander fotografeert.
Ik hou het eventjes bij het vak. Het is een styl, het is vanuit het latijn artes, 'art' komt daarvan. Het is een styl en dat staat in contrast met de artes liberales, de vrije kunsten, wat men aan het unief studeerde, dat was een gewoon vak. Je werd een ambachtsman. En dat stond in sterk contrast met die vrije kunsten die iets waren van de geest te lossen, op een gegeven moment in de renaissance een grote frustratie voor de kunstenaars, maar laten we daar aan voorbijgaan. Het doel van dat vak, en dat is wel interessant, is communiceren. In die zin is kunst altijd religieus. Kunst verbind. Maar daar komt de kat op de koord, de keer dat kunst erin slaagt te verbinden wordt die kleine ‘k’ een grote ‘K’. In die zin is kunst iets religieus, en waarom zeg ik dat zo, dat verklaart eigenlijk, en laten we tot datgene komen wat ons allemaal getroffen heeft als we hier binnenkwamen, die kunst ontroert.
En dan kan je u afvragen, hoe komt dat dat die kunst ons ontroert? Aan de ene kant heb je dus dat tactiele, het tactiele zijn de vingers, het gevoel dat je hebt als je iets ziet, fysisch, dat je daar een psychologisch gevoel van krijgt. Je ziet iets en je krijgt er een gevoel bij. Dat heeft het werk van Amélie zeer sterk. Dat pakt u gelijk een stuk muziek dat je hoort.
Dat staat hier regelrecht in contrast met het klare intellectuele vertoog over het abstraheren van materialiteit waarmee Bas ons dwingt te kijken met inzicht en ons zo verleid tot het spel van kijken. Want dat is nu eenmaal het sterke aan kunst, het is een spel. Het is zoals muziek, en muziek speel je. Ook beeldende kunsten wordt gespeeld. Het wordt gespeeld gelijk Amélie doet, en het wordt gespeeld op een hele intrigerende intellectuele manier zoals Bas het doet. Maar het is spel, en als je goed speelt gaat het u beroeren.
De meeste mensen hebben een soort weerstand, want ik heb al gezegd: 'kunst is communiceren', en in onze communicatie verwachten we eigenlijk doorgaans bij een beeld iconografie, dat moet iets voorstellen, er moet een verhaaltje zijn, als lezer moeten we een verhaaltje kunnen lezen, en dat is hier niet. Hier heb je puur spel. De werken van Amélie doen mij denken aan een ruimte waar je binnenkomt en iemand zit cello te spelen. Dat vervult u, dat pakt u, als je daar aandacht voor hebt ga je daar helemaal in op.
En dan kijk je naar het werk van Bas en daar komt een verwondering. Een verwondering alsof we als oude Grieken voor de eerste keer de stelling van Pythagoras in een zandbak zien geschreven. Een beeld dat u confronteert met het feit dat dat beeld een constructie is. En dat dat bepaalde algoritmes volgt en dat dat zo leesbaar is maar u dan toch weer verleid in het spel dat er komt bij spelen.
Daarmee wil ik toch even stilstaan bij het curriculum, het is ook zo typisch bij die kunst die aan de ene kant een heel spontane bedoening is, werken met materie en tot iets komen, tot een communicatie komen, aan de andere kant, en wij zijn kinderen van de renaissance, kunst waar dat je theoretisch zeer ver in kunt gaan, die je kunt gaan studeren, en dat is wat Bas gedaan heeft. Dat betekent dus dat kunst beoefenen iets academisch kan zijn. Iets dat je normaal doet aan de universiteit. De masterproef van Bas ging over het feit dat hij een beeld zag als een soort echo, in die master voert hij aan, en dat vergeet men vaak, dat fotografie een manier van schilderen is. Er zit niet veel verschil tussen het gebruik van fotografisch materiaal en penseel, het is een andere techniek maar het komt op hetzelfde neer. Waar dat Bas vooral in slaagt is om stil te staan bij de dynamiek die je kunt bewegen van krachten en beweging en contrasten op een plat vlak. Hij zegt daarbij ‘Abstraheren is voor mij een spontaan proces’. Wat is abstraheren? Abstraheren is een proces dat in ons brein plaatsvindt. Ons brein werkt voorspellend, zo kunnen wij dingen zien. Als we iets zien is ons brein veel sneller dan onze waarneming, anders zou je nooit tennis kunnen spelen. Ons voorspellend brein is veel sneller dan de manier waarop we iets kunnen capteren. En dat snel brein maakt dat we eigenlijk alles wat we zien reduceren tot een soort essentie waarmee we verder kunnen. En als je nu als beeldend kunstenaar bij dat fenomeen blijft stilstaan, dan kom je tot abstractie. Bas, vertaal ik wat je zelf zou willen zeggen? Je hebt het omgekeerde van wat wij doen als wij naar de marmeren vloer kijken, en wij daar figuren in zien, ga jij, vanuit die figuren, dat herleiden tot de abstracties van de marmeren vloer. En dat is wat je in u master gedaan hebt. Je toont de zoektocht naar picturaliteit, de fascinatie hoe dat je in het oppervlak van twee dimensies een dynamiek kunt waarnemen of vastleggen die u dwingt tot introspectie. Ik heb de beelden van u master gezien, dat was vrij serieus, ik heb het daarnet nog tegen de familie gezegd, een beetje bijna gelijk dat taalkundigen met een vak omgaan, maar dan in de beeldende kunsten. Ik vond dat heel boeiend, maar nog boeiender vind ik dat wat je hier brengt, dat je daar kleur in gebracht hebt. Dat je in die zin een soort intensiteit gaat opbouwen die ons verplicht van na te denken over wat dat je ziet, hoe dat je ziet, maar ook dat dat abstraheren een spontaan proces is. Bas laat u toe meer het omgekeerde te doen, als je echt nood hebt aan figuratie dan… Mogen ze bedenken wat ze willen in u werk? Dat is toegelaten. En zo creëer je mee. Proficiat daarmee, ik vind dat een zeer nature benadering van de kunsttheoretische bevindingen waar we sinds de renaissance mee bezig zijn. Dus in die zin ben je een zeer klassieke artiest.'
Bas Verrept: 'Over hoe ik op zo een beeld kom, ik krijg vaak een beeld in mijn hoofd dat ik wil namaken, en dan ga ik op zoek, kijk ik naar wat er rond mij ligt, wat met dat beeld correspondeert, waar ik iets in zie… Dat kan soms heel on-interessant zijn zoals de onderkant van een tafel, maar ik voel dat daar iets meer in zit, dat ik daar iets meer uit kan halen. En dan ga ik zo beelden met elkaar in interactie laten gaan tot dat ik op iets kom dat mij intrigeert, waar ik lang voor kan staan, en waar dat je ook een soort rust in kan vinden. Want ze zijn soms heel kleurrijk, heel fel, soms scherp, vaag, zacht, maar ik denk, hoe ze er ook uit zien, dat er altijd iets in zit waar je lang naar kan staren.'
Paul: 'Dat is een zeer intrinsieke beeldlogica. Dus verdiep u in het werk van Bas, verwondert u bij het werk van Amélie.'